Vlees
Met de nadelige effecten van vleesconsumptie voor ons lichaam en voor dierenwelzijn zijn vandaag al vele mensen vertrouwd. De impact van dierlijke productie op het milieu is echter vaak minder duidelijk. Wanneer deze kwestie dan toch in de actualiteit komt, wordt meestal de nadruk gelegd op de ontbossing van tropische wouden om weides te creëren waar vee kan grazen. De gevolgen van veeteelt voor het broeikaseffect worden daarbij nauwelijks aangehaald. En toch verdient ook dit onderwerp onze aandacht…
Het broeikas-effect
Om de gevolgen van veeteelt op de opwarming van de aarde te begrijpen, moeten we beginnen met het broeikaseffect wat beter te bekijken. We starten met een beetje troposfeerchemie. Veel lezers weten wellicht wat er nu komt, maar misschien niet onder de juiste naam: de koolstofcyclus in de troposfeer. Wanneer we hout, steenkool of koolwaterstoffen afkomstig van olie verbranden, worden er twee chemische stoffen gevormd: de eerste is waterdamp (zoals we die in gecondenseerde vorm zien in de witte uitlaatwolken van vliegtuigen), de tweede is koolstofdioxide, met de bekende formule CO2. Anderzijds nemen alle groene planten, van een kleine sojascheut tot een gigantische boom, met behulp van de ultravioletstralen van de zon en in de aanwezigheid van chlorofyl, CO2 en waterdamp op om cellulose te synthetiseren, en brengen ze daarbij zuurstof terug in de atmosfeer. Deze twee gassen, waterdamp en CO2, worden ook wel de natuurlijke broeikasgassen genoemd. Een gedeelte van de zonnestraling wordt door de atmosfeer terug de ruimte in gekaatst, terwijl een ander deel wordt omgezet in warmte op aarde. Ook deze warmte verdwijnt voor een deel terug de ruimte in, maar de natuurlijke broeikasgassen zorgen ervoor dat de warmte die de aarde uitstraalt gedeeltelijk wordt teruggekaatst, en leggen als het ware een warme deken om de aarde. Dit is het bekende broeikaseffect. Zonder het natuurlijke broeikaseffect (wat op zich een positief fenomeen is) zou de gemiddelde temperatuur op aarde op jaarbasis -18 graden Celsius bedragen, in plaats van de huidige +12 tot 15 graden. Maar omdat de mens te grote hoeveelheden broeikasgassen in de dampkring brengt, wordt het broeikaseffect behoorlijk versterkt.
CO2
Stalen van de atmosfeer afkomstig uit gletsjers tonen aan dat de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer tot in het midden van de negentiende eeuw constant bleef: ongeveer 250 ppm (parts per million of deeltjes per miljoen), dus 0,025%. Dat betekent dat er een evenwicht was tussen de fossiele brandstoffen die de mens gebruikte (plus de CO2 afkomstig van natuurrampen zoals bosbranden) en de CO2 -absorptie door de bossen over de hele wereld. Sinds het begin van de industriële revolutie in Engeland is dat veranderd. Op hetzelfde moment dat wereldwijd meer en meer bomen geveld werden (en zo de natuurlijke capaciteit om CO2 te absorberen verminderde), begonnen we meer en meer steenkool te verbranden, eerst om stoomkracht op te wekken, later voor elektriciteit. Ook staalfabrieken verbranden een groeiende hoeveelheid kolen. En toen kwam onze geliefde koolwaterstof-dorstige auto, terwijl de wereldbevolking exponentieel toenam. Het gevolg is dat de hoeveelheid CO2 in onze atmosfeer toeneemt, en CO2 is, zoals we weten, de voornaamste oorzaak van het broeikaseffect. De huidige hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer is 320 ppm, en tenzij de grote industriële machten het Kyoto-protocol ondertekenen, zal die hoeveelheid blijven stijgen. Jammer genoeg hebben de grootste vervuilers, de VS en de voormalige Sovjet-Unie, dat protocol niet erkend en zijn ze blijkbaar ook niet van plan om dat in de nabije toekomst te doen.
Het Kyoto-protocol
Geïndustrialiseerde landen en landen die naar een markteconomie evolueren, zijn in het Kyoto-protocol overeengekomen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken of te elimineren. Het protocol legt uitstootmaxima vast en legt verplichtingen op om de uitstoot af te bouwen van in totaal zes verschillende gassen. Van deze gassen leveren koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en distikstofoxide (N2O) de grootste bijdrage aan het broeikaseffect.Toen ze dit fenomeen bestudeerden, stelden wetenschappers vast dat verschillende gassen op een verschillende manier warmte vasthouden. Om dit duidelijker te maken voor de politici die de beslissingen moeten nemen, noemden ze dit effect Global Warming Potential. De GWP van een gas is dus de mate waarin dit gas bijdraagt aan het broeikaseffect. De warmteretentie van CO2 werd daarbij als maatstaf aangenomen. Onderstaande gegevens, opgesteld door het Institute for Energy and Environmental Research tonen ons het GWP van verschillende broeikasgassen en geeft ons daarnaast nog heel wat andere informatie. De termen ppmv, ppbv en pptv betekenen respectievelijk parts per million (deeltjes per miljoen), per billion (per miljard) en per trillion (per triljard). Als tweede gegeven vertelt ons in hoeveel tijd, uitgedrukt in jaren, een zekere hoeveelheid gas in de atmosfeer geabsorbeerd wordt (zoals het geval is met CO2), geoxideerd of op een andere manier afgebroken wordt. Gegeven drie toont de “natuurlijke” concentratie van deze gassen in de atmosfeer aan, ofwel de hoeveelheden van voor het begin van de industrialisering. Behalve voor de eerste drie gassen staan hier overal nullen. Dat komt omdat die gassen geproduceerd worden door de mens en niet bestonden voor de industrialisatie. Gegegven vier betreft de huidige concentratie van deze gassen en gegeven vijf toont de jaarlijkse toename van de concentratie van elk gas.
Koolstofdioxide CO250-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Methaan - CH450-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Stikstofoxide: N2050-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Zwavelhexafluoride - SF650-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-32 CH2F250-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-125 C2HF550-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-134a CH2FCF350-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-143a C2H3F350-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-152a C2H4F250-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Methaan: vriend en vijand.
Methaan is het eenvoudigste koolwaterstof. De molecule bestaat uit een koolstofatoom omringd door vier waterstofatomen, wat ook blijkt uit zijn formule: CH4. Methaan komt altijd voor in grote hoeveelheden samen met olie - petroleum dus - op de ondergrondse plaatsen waar het gevonden wordt. Omdat het in zo’n grote hoeveelheden voorkomt, goedkoop is en schoon verbrandt, wordt het veelvuldig als brandstof gebruikt, zowel thuis als in de industrie. Een groot deel van het methaan dat Europa consumeert, wordt geïmporteerd uit Algerije via speciale schepen of komt uit Siberië, langs een pijplijn van duizenden kilometers lang. Zoals we van de bovenstaande gegevens kunnen aflezen, kan de bijdrage van methaan aan het broeikaseffect, gezien over een tijdspanne van 100 jaar, 21 keer sterker zijn dan van CO2.Wat zijn nu de grootste bronnen van methaan in de atmosfeer? Hoewel dit gas in zekere mate van nature voorkomt, liggen menselijke activiteiten aan de oorsprong van 70% van de globale uitstoot van methaan. De natuurlijke uitstoot, via oceanen, natuurlijke bosbranden en zoetwaterleven, kan niet geëlimineerd of beperkt worden. Van de andere oorzaken zijn er minstens drie in meer of mindere mate gerelateerd aan veehouderij :
Termieten
In het lichaam van termieten wordt methaan gevormd uit de anaërobe (dit is in afwezigheid van zuurstof) afbraak van de cellulose die zij opeten. Het grootste deel van de activiteit van termieten is natuurlijk en onvermijdbaar. Termieten zijn een middeltje van de natuur om van rottend hout af te geraken. In warme landen is echter een groot deel van de activiteit van de termieten een gevolg van een overvloed aan grasland op plaatsen waar bossen plaats hebben moeten maken voor graasweides voor vee.
Natte rijstvelden
Natte rijstvelden zijn de tweede grote boosdoener. Onder alle bestaande rijstvariëteiten kunnen we twee grote soorten onderscheiden: rijst die groeit op droog land en rijst die groeit in natte velden. Deze laatste soort wordt al eeuwenlang traditioneel verbouwd in Japan en heel Zuidoost-Azië. Het is een erg arbeidsintensief product, dat hard en ongezond werk van de boeren eist. Na de oogst zal het deel van de rijstplant dat onder water staat in afwezigheid van zuurstof beginnen te rotten en op die manier wordt methaan geproduceerd. De andere rijstsoort groeit op droog land. Zowel het planten als het oogsten van die droge rijst kan volledig mechanisch gebeuren en de opbrengst per hectare is veel hoger dan die van de natte rijstvelden. In hetzelfde klimaat dat ideaal is voor het kweken van dit type rijst, wordt er op grote schaal aan veeteelt gedaan, en graast het vee het hele jaar door op grote stukken droog land. Deze veeteelt is dus een onmiddellijke concurrent voor de verbouwing van droge rijst en andere gewassen op het land.
Mest en gassen van vee
Dit is de enige volledig vermijdbare bron van methaan. Vee en mest van vee alleen al zijn verantwoordelijk voor 26% van de door de mens veroorzaakte methaanuitstoot in de Verenigde Staten. Hierbij moeten we denken aan de menselijke groeifactor. Hoe groter de wereldbevolking, hoe meer veemest er ieder jaar wordt geproduceerd. Methaan stapelt zich op in de atmosfeer aan een tempo van 0,6% per jaar, zoals je ziet in kolom vijf in de tabel. De levensduur van methaan is korter dan die van CO2, omdat het op termijn geoxideerd wordt door de zuurstof in de lucht (de GWP van methaan is groter dan die van CO2 om redenen waar we hier niet verder op ingaan). In de ontwikkelde landen, waar een kouder klimaat heerst, blijven de dieren een heel jaar (in het noorden van Europa en de Verenigde Staten) of een deel van het jaar binnen (zoals in het zuiden van Europa en de Verenigde Staten). Op deze manier is het makkelijk om de mest te verzamelen en te laten fermenteren om methaan te verkrijgen. Vele landbouwbedrijven gebruiken deze methaan dan als brandstof of om te verwarmen. Let wel, dit betreft enkel methaan afkomstig van de mest: de rest, aanwezig in de maag- en darmgassen van het vee (anders gezegd boeren en winden), komt hoe dan ook in de atmosfeer terecht. Bovendien is er in de landen waar veeteelt het hardst in opmars is, zoals in Brazilië of Argentinië, maar ook in Australië en Nieuw-Zeeland, en waar de dieren in open land grazen, geen mogelijkheid om de mest te verzamelen, zodat er ieder jaar tonnen methaan in de atmosfeer verdwijnen.
De andere boosdoeners
Je kan je afvragen waarom de eerste drie gassen in de tabel zoveel aandacht krijgen, terwijl de bijdrage van die andere gassen aan het broeikaseffect zoveel keer groter kan zijn. Het verschil zit in de proporties. Hoewel één mol (dit is een scheikundige eenheidsmaat) zwavelhexafluoride 22.000 maal meer warmte bijhoudt dan één mol CO2, is de hoeveelheid zwavelhexafluoride die in een bepaalde periode in de atmosfeer komt verwaarloosbaar in vergelijking met de hoge hoeveelheid CO2. De gassen in de tabel zijn dus gerangschikt in een dalende orde volgens het totale vasthouden van warmte, ofwel het gas vermenigvuldigd met de gemiddelde hoeveelheid die er jaarlijks van vrijkomt.Laten we nog even kijken naar de overige vier gassen die in de lijst staan. Stikstofoxide ontstaat meestal in de verbrandingskamer van een verbrandingsmotor, zoals een diesel of benzinemotor. Deze gassen kunnen reageren met regenwater, zodat er zure regen ontstaat, of kunnen reageren met niet verbrande koolwaterstoffen van auto’s en ozon vormen in de troposfeer, de “slechte” ozon, die schadelijk is voor mensen, dieren en planten. HFK’s (gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen) en PFK’s (perfluorkoolwaterstoffen) zijn gassen die meestal gebruikt worden in koelkasten en vervangen de CFK’s (chloor- fluorkoolwaterstoffen), nu verboden maar tot kort geleden nog massaal gebruikt. Zwavelhexafluoride, de grootste boosdoener, had slechts enkele specifieke toepassingen in de industrie tot de auto-industrie een heel specifieke eigenschap van dit gas ontdekte. Het bevat een erg zware molecule, met een lage permeabiliteit. Als je je autobanden ermee zou vullen, blijft de druk voor altijd hetzelfde, tot de band lek wordt of de auto vernietigd wordt. Dan veroorzaakt het gas dat vrijkomt in de atmosfeer een broeikaseffect dat gelijk is aan dat van verschillende tonnen CO2.
Minder methaan
Uit bovenstaande mag blijken dat veeteelt wereldwijd direct of indirect verantwoordelijk is voor een groot deel van het methaan dat in de atmosfeer terechtkomt: in de vorm van darm - en verteringsgassen van de dieren, of via de termieten die bedrijvig zijn in grote stukken graasland, of door de natte rijstvelden die zouden kunnen verdwijnen indien het droge land gebruikt zou worden om daar rijst of andere gewassen te verbouwen in plaats van er vee te laten grazen.
Zelf ben ik hoegenaamd geen vegetariër. Allen is een drietal keer per week een stukje vlees voor deze man meer dan voldoende om mijn vleeslijke lusten te bevredigen.
Het broeikas-effect
Om de gevolgen van veeteelt op de opwarming van de aarde te begrijpen, moeten we beginnen met het broeikaseffect wat beter te bekijken. We starten met een beetje troposfeerchemie. Veel lezers weten wellicht wat er nu komt, maar misschien niet onder de juiste naam: de koolstofcyclus in de troposfeer. Wanneer we hout, steenkool of koolwaterstoffen afkomstig van olie verbranden, worden er twee chemische stoffen gevormd: de eerste is waterdamp (zoals we die in gecondenseerde vorm zien in de witte uitlaatwolken van vliegtuigen), de tweede is koolstofdioxide, met de bekende formule CO2. Anderzijds nemen alle groene planten, van een kleine sojascheut tot een gigantische boom, met behulp van de ultravioletstralen van de zon en in de aanwezigheid van chlorofyl, CO2 en waterdamp op om cellulose te synthetiseren, en brengen ze daarbij zuurstof terug in de atmosfeer. Deze twee gassen, waterdamp en CO2, worden ook wel de natuurlijke broeikasgassen genoemd. Een gedeelte van de zonnestraling wordt door de atmosfeer terug de ruimte in gekaatst, terwijl een ander deel wordt omgezet in warmte op aarde. Ook deze warmte verdwijnt voor een deel terug de ruimte in, maar de natuurlijke broeikasgassen zorgen ervoor dat de warmte die de aarde uitstraalt gedeeltelijk wordt teruggekaatst, en leggen als het ware een warme deken om de aarde. Dit is het bekende broeikaseffect. Zonder het natuurlijke broeikaseffect (wat op zich een positief fenomeen is) zou de gemiddelde temperatuur op aarde op jaarbasis -18 graden Celsius bedragen, in plaats van de huidige +12 tot 15 graden. Maar omdat de mens te grote hoeveelheden broeikasgassen in de dampkring brengt, wordt het broeikaseffect behoorlijk versterkt.
CO2
Stalen van de atmosfeer afkomstig uit gletsjers tonen aan dat de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer tot in het midden van de negentiende eeuw constant bleef: ongeveer 250 ppm (parts per million of deeltjes per miljoen), dus 0,025%. Dat betekent dat er een evenwicht was tussen de fossiele brandstoffen die de mens gebruikte (plus de CO2 afkomstig van natuurrampen zoals bosbranden) en de CO2 -absorptie door de bossen over de hele wereld. Sinds het begin van de industriële revolutie in Engeland is dat veranderd. Op hetzelfde moment dat wereldwijd meer en meer bomen geveld werden (en zo de natuurlijke capaciteit om CO2 te absorberen verminderde), begonnen we meer en meer steenkool te verbranden, eerst om stoomkracht op te wekken, later voor elektriciteit. Ook staalfabrieken verbranden een groeiende hoeveelheid kolen. En toen kwam onze geliefde koolwaterstof-dorstige auto, terwijl de wereldbevolking exponentieel toenam. Het gevolg is dat de hoeveelheid CO2 in onze atmosfeer toeneemt, en CO2 is, zoals we weten, de voornaamste oorzaak van het broeikaseffect. De huidige hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer is 320 ppm, en tenzij de grote industriële machten het Kyoto-protocol ondertekenen, zal die hoeveelheid blijven stijgen. Jammer genoeg hebben de grootste vervuilers, de VS en de voormalige Sovjet-Unie, dat protocol niet erkend en zijn ze blijkbaar ook niet van plan om dat in de nabije toekomst te doen.
Het Kyoto-protocol
Geïndustrialiseerde landen en landen die naar een markteconomie evolueren, zijn in het Kyoto-protocol overeengekomen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken of te elimineren. Het protocol legt uitstootmaxima vast en legt verplichtingen op om de uitstoot af te bouwen van in totaal zes verschillende gassen. Van deze gassen leveren koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en distikstofoxide (N2O) de grootste bijdrage aan het broeikaseffect.Toen ze dit fenomeen bestudeerden, stelden wetenschappers vast dat verschillende gassen op een verschillende manier warmte vasthouden. Om dit duidelijker te maken voor de politici die de beslissingen moeten nemen, noemden ze dit effect Global Warming Potential. De GWP van een gas is dus de mate waarin dit gas bijdraagt aan het broeikaseffect. De warmteretentie van CO2 werd daarbij als maatstaf aangenomen. Onderstaande gegevens, opgesteld door het Institute for Energy and Environmental Research tonen ons het GWP van verschillende broeikasgassen en geeft ons daarnaast nog heel wat andere informatie. De termen ppmv, ppbv en pptv betekenen respectievelijk parts per million (deeltjes per miljoen), per billion (per miljard) en per trillion (per triljard). Als tweede gegeven vertelt ons in hoeveel tijd, uitgedrukt in jaren, een zekere hoeveelheid gas in de atmosfeer geabsorbeerd wordt (zoals het geval is met CO2), geoxideerd of op een andere manier afgebroken wordt. Gegeven drie toont de “natuurlijke” concentratie van deze gassen in de atmosfeer aan, ofwel de hoeveelheden van voor het begin van de industrialisering. Behalve voor de eerste drie gassen staan hier overal nullen. Dat komt omdat die gassen geproduceerd worden door de mens en niet bestonden voor de industrialisatie. Gegegven vier betreft de huidige concentratie van deze gassen en gegeven vijf toont de jaarlijkse toename van de concentratie van elk gas.
Koolstofdioxide CO250-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Methaan - CH450-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Stikstofoxide: N2050-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Zwavelhexafluoride - SF650-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-32 CH2F250-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-125 C2HF550-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-134a CH2FCF350-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-143a C2H3F350-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
HFK-152a C2H4F250-2004280 ppmv358 ppmv0,4%/jaar
Methaan: vriend en vijand.
Methaan is het eenvoudigste koolwaterstof. De molecule bestaat uit een koolstofatoom omringd door vier waterstofatomen, wat ook blijkt uit zijn formule: CH4. Methaan komt altijd voor in grote hoeveelheden samen met olie - petroleum dus - op de ondergrondse plaatsen waar het gevonden wordt. Omdat het in zo’n grote hoeveelheden voorkomt, goedkoop is en schoon verbrandt, wordt het veelvuldig als brandstof gebruikt, zowel thuis als in de industrie. Een groot deel van het methaan dat Europa consumeert, wordt geïmporteerd uit Algerije via speciale schepen of komt uit Siberië, langs een pijplijn van duizenden kilometers lang. Zoals we van de bovenstaande gegevens kunnen aflezen, kan de bijdrage van methaan aan het broeikaseffect, gezien over een tijdspanne van 100 jaar, 21 keer sterker zijn dan van CO2.Wat zijn nu de grootste bronnen van methaan in de atmosfeer? Hoewel dit gas in zekere mate van nature voorkomt, liggen menselijke activiteiten aan de oorsprong van 70% van de globale uitstoot van methaan. De natuurlijke uitstoot, via oceanen, natuurlijke bosbranden en zoetwaterleven, kan niet geëlimineerd of beperkt worden. Van de andere oorzaken zijn er minstens drie in meer of mindere mate gerelateerd aan veehouderij :
Termieten
In het lichaam van termieten wordt methaan gevormd uit de anaërobe (dit is in afwezigheid van zuurstof) afbraak van de cellulose die zij opeten. Het grootste deel van de activiteit van termieten is natuurlijk en onvermijdbaar. Termieten zijn een middeltje van de natuur om van rottend hout af te geraken. In warme landen is echter een groot deel van de activiteit van de termieten een gevolg van een overvloed aan grasland op plaatsen waar bossen plaats hebben moeten maken voor graasweides voor vee.
Natte rijstvelden
Natte rijstvelden zijn de tweede grote boosdoener. Onder alle bestaande rijstvariëteiten kunnen we twee grote soorten onderscheiden: rijst die groeit op droog land en rijst die groeit in natte velden. Deze laatste soort wordt al eeuwenlang traditioneel verbouwd in Japan en heel Zuidoost-Azië. Het is een erg arbeidsintensief product, dat hard en ongezond werk van de boeren eist. Na de oogst zal het deel van de rijstplant dat onder water staat in afwezigheid van zuurstof beginnen te rotten en op die manier wordt methaan geproduceerd. De andere rijstsoort groeit op droog land. Zowel het planten als het oogsten van die droge rijst kan volledig mechanisch gebeuren en de opbrengst per hectare is veel hoger dan die van de natte rijstvelden. In hetzelfde klimaat dat ideaal is voor het kweken van dit type rijst, wordt er op grote schaal aan veeteelt gedaan, en graast het vee het hele jaar door op grote stukken droog land. Deze veeteelt is dus een onmiddellijke concurrent voor de verbouwing van droge rijst en andere gewassen op het land.
Mest en gassen van vee
Dit is de enige volledig vermijdbare bron van methaan. Vee en mest van vee alleen al zijn verantwoordelijk voor 26% van de door de mens veroorzaakte methaanuitstoot in de Verenigde Staten. Hierbij moeten we denken aan de menselijke groeifactor. Hoe groter de wereldbevolking, hoe meer veemest er ieder jaar wordt geproduceerd. Methaan stapelt zich op in de atmosfeer aan een tempo van 0,6% per jaar, zoals je ziet in kolom vijf in de tabel. De levensduur van methaan is korter dan die van CO2, omdat het op termijn geoxideerd wordt door de zuurstof in de lucht (de GWP van methaan is groter dan die van CO2 om redenen waar we hier niet verder op ingaan). In de ontwikkelde landen, waar een kouder klimaat heerst, blijven de dieren een heel jaar (in het noorden van Europa en de Verenigde Staten) of een deel van het jaar binnen (zoals in het zuiden van Europa en de Verenigde Staten). Op deze manier is het makkelijk om de mest te verzamelen en te laten fermenteren om methaan te verkrijgen. Vele landbouwbedrijven gebruiken deze methaan dan als brandstof of om te verwarmen. Let wel, dit betreft enkel methaan afkomstig van de mest: de rest, aanwezig in de maag- en darmgassen van het vee (anders gezegd boeren en winden), komt hoe dan ook in de atmosfeer terecht. Bovendien is er in de landen waar veeteelt het hardst in opmars is, zoals in Brazilië of Argentinië, maar ook in Australië en Nieuw-Zeeland, en waar de dieren in open land grazen, geen mogelijkheid om de mest te verzamelen, zodat er ieder jaar tonnen methaan in de atmosfeer verdwijnen.
De andere boosdoeners
Je kan je afvragen waarom de eerste drie gassen in de tabel zoveel aandacht krijgen, terwijl de bijdrage van die andere gassen aan het broeikaseffect zoveel keer groter kan zijn. Het verschil zit in de proporties. Hoewel één mol (dit is een scheikundige eenheidsmaat) zwavelhexafluoride 22.000 maal meer warmte bijhoudt dan één mol CO2, is de hoeveelheid zwavelhexafluoride die in een bepaalde periode in de atmosfeer komt verwaarloosbaar in vergelijking met de hoge hoeveelheid CO2. De gassen in de tabel zijn dus gerangschikt in een dalende orde volgens het totale vasthouden van warmte, ofwel het gas vermenigvuldigd met de gemiddelde hoeveelheid die er jaarlijks van vrijkomt.Laten we nog even kijken naar de overige vier gassen die in de lijst staan. Stikstofoxide ontstaat meestal in de verbrandingskamer van een verbrandingsmotor, zoals een diesel of benzinemotor. Deze gassen kunnen reageren met regenwater, zodat er zure regen ontstaat, of kunnen reageren met niet verbrande koolwaterstoffen van auto’s en ozon vormen in de troposfeer, de “slechte” ozon, die schadelijk is voor mensen, dieren en planten. HFK’s (gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen) en PFK’s (perfluorkoolwaterstoffen) zijn gassen die meestal gebruikt worden in koelkasten en vervangen de CFK’s (chloor- fluorkoolwaterstoffen), nu verboden maar tot kort geleden nog massaal gebruikt. Zwavelhexafluoride, de grootste boosdoener, had slechts enkele specifieke toepassingen in de industrie tot de auto-industrie een heel specifieke eigenschap van dit gas ontdekte. Het bevat een erg zware molecule, met een lage permeabiliteit. Als je je autobanden ermee zou vullen, blijft de druk voor altijd hetzelfde, tot de band lek wordt of de auto vernietigd wordt. Dan veroorzaakt het gas dat vrijkomt in de atmosfeer een broeikaseffect dat gelijk is aan dat van verschillende tonnen CO2.
Minder methaan
Uit bovenstaande mag blijken dat veeteelt wereldwijd direct of indirect verantwoordelijk is voor een groot deel van het methaan dat in de atmosfeer terechtkomt: in de vorm van darm - en verteringsgassen van de dieren, of via de termieten die bedrijvig zijn in grote stukken graasland, of door de natte rijstvelden die zouden kunnen verdwijnen indien het droge land gebruikt zou worden om daar rijst of andere gewassen te verbouwen in plaats van er vee te laten grazen.
Zelf ben ik hoegenaamd geen vegetariër. Allen is een drietal keer per week een stukje vlees voor deze man meer dan voldoende om mijn vleeslijke lusten te bevredigen.