3 Graden
De « klimaattop » in Kopenhagen is zoals verwacht uitgedraaid op een mislukking. Een lege, nietsomvattende eindtekst is het resultaat… een deal om de onderhandelaars geen gezichtsverlies te laten leiden.
Al even voorspelbaar als het compleet mislukken van dit CO2-brakende circus was het feit dat China aan de basis ligt ervan. China heeft ergens onderweg besloten om de absolute vijand (het kapitalisme) te vernietigen via diens eigen systeem. Daarom moet voor China alles wijken om het einddoel te bereiken : het verworden tot de absolute wereldheerser via totale controle op de wereldeconomie als grootste economische macht. China heeft lak aan opgelegde milieunormen. De economische groei is absolute prioriteit. De economisch aftakelende V.S. kan hier niks tegen inbrengen, zelfs niet met de politieke superhero Barack Obama.
De arme landen roeren zich intussen ook heftig en spreken zelfs van het slechtste akkoord allertijden (cfr. Soedan). Los van de vraag of een dergelijke schurkenstaat wel weet wat eenderwelk akkoord inhoud, wordt hierbij nogmaals bevestigd dat de klimaatdiscussie niet over het klimaat handelt, maar over economische en politieke macht. Korte termijn-denken, verschillende verborgen (en o zo machtige) belangen-agenda’s en tergend trage besluitname doen onze planeet uiteindelijk de das om. Nu, de zelf- en hebzucht van de individuele mensjes als U en ik wordt eigenlijk simpelweg uitvergroot naar dit hoge niveau van onderhandeling. Niemand geeft een duimbreed toe. Het is ieder voor zich.
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste punten uit de tekst, die het Kopenhagen-akkoord is genoemd.
De opwarming van de aarde moet onder de 2 graden Celsius blijven. In de tekst wordt niet gespecificeerd hoe dat doel bereikt moet worden.
Alle landen moeten in februari 2010 hun toezeggingen voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen in 2020 op tafel hebben gelegd. In de tekst wordt niet gerept over straffen voor landen die hun doelen niet halen.
De reductiebeloftes van rijke landen komen onder "rigoreus, robuust en transparant" toezicht van het VN-klimaatbureau te staan. Ontwikkelingslanden zullen nationaal rapporteren, op een manier waarop de soevereiniteit van het land gewaarborgd is, maar wel volgens internationale maatstaven.
Rijke landen beloven 10 miljard dollar (7 miljard euro) tussen 2010 en 2012 om arme landen te helpen omgaan met klimaatverandering. Op de lange termijn (vanaf 2020) moet jaarlijks 100 miljard dollar (68,7 miljard euro) per jaar vrijkomen. In de tekst staat dat dit bedrag bij elkaar kan worden gebracht door publiek en privaat geld, bilaterale en multilaterale afspraken en alternatieve bronnen van financiering.
In de bijlage van het akkoord wordt gesteld dat alle landen ernaar zullen streven de afspraken op de volgende klimaattop in december 2010 in Mexico te zullen verwerken tot een juridisch bindend akkoord.
Dit akkoord is een lege doos. Het klimaat heeft echter geen nutteloze praat nodig om zijn verandering verder te zetten. De ontwikkelingslanden drongen aan op harde afspraken maar o.a. de vertegenwoordigers van het stillaan onder water verdwijnende Tuvalu, konden enkel vaststellen dat de V.S. en China enkel een niet bindend “akkoord” op paier konden zetten.
Het aanvaarden van de 2°-grens stelt niets voor als tegelijkertijd geen pad wordt uitgetekend met betrekking tot de reductie van broeikasgassen op korte, middellange en lange termijn. Duidelijke doelstellingen zijn in de tekst niet te vinden. Ook de steun voor ontwikkelingslanden is onzeker en vaag.
Sommigen roepen Europa op om dan maar zelf het heft in eigen handen te nemen via een krachtig europees klimaatbeleid.
De doelstelling moet volgens klimaatwetenschappers 40 procent minder broeikasgassen tegen 2020 worden.
Kopenhagen bleek uiteindelijke een beschamende vertoning en de slechtst denkbare deal. Er is wel het voornemen om de temperatuur van de planeet met niet meer dan twee graden te laten stijgen, maar niets wijst erop dat men hiervoor ook de nodige actie onderneemt, luidt het. De wereldleiders hebben er blijkbaar geen moeite mee om de kleine eilandstaten te laten verdrinken, het Amazonewoud te doen afbranden, de Indus te doen opdrogen, de subtropen onbewoonbaar te maken, miljarden mensen op de vlucht te jagen en mogelijk tot de dood te veroordelen".
Voor de kinderen van vandaag en miljoenen levende wezens is het vandaag al te laat.
Zelfs met een globale temperatuurstijging die beperkt blijft tot 2° C zal het zeepeil zodanig stijgen dat ondermeer Nederland en een groot stuk van Vlaanderen onder water zal verdwijnen. Dat blijkt uit een nieuwe studie onder leiding van Robert Kopp van de Princeton-universiteit
Het klimaatpanel van de Verenigde Naties (IPCC) voorspelde een stijging van 59 centimeter tegen 2100 bij een toename van 2 graden, en eentje van 4 tot 6 meter in de volgende eeuwen. Maar, zegt Kopp, dat is een grove onderschatting.
Volgens Kopp wordt er geen rekening gehouden met tal van factoren in de berekeningen van het IPCC. Eén van die factoren is de Zuidpool, waar de jongste twee jaar werd vastgesteld dat ook daar het ijs aan het smelten is.
Kopps team reconstrueerde ook het zeepeil van tijdens de laatste interglaciale periode, 125.000 jaar geleden. De temperatuur lag toen tussen 2 en 3 graden hoger dan bij het begin van de huidige opwarming ten tijde van de industriële revolutie. Het zeepeil was toen tussen 6,6 en 9,4 meter hoger dan nu.
De bevindingen van Kopp liggen in de lijn van een andere studie, door het Scientific Committee on Antarctic Research (SCAR), die weliswaar een compleet andere aanpak had. Volgens het SCAR zal het zeeniveau met 1,4 meter stijgen tegen 2100 als de globale temperatuurstijging 2 graden bedraagt. Dat impliceert dat Nederland verdwijnt, net als een groot stuk van Vlaanderen. Ondermeer Bangladesh, Florida en New York zouden in dat scenario zelfs nog sneller onderlopen.
Met enorme inspanning is het volgens het IEA (Internationaal Energy Agency) momenteel realistischer om rekening te houden met een 3°-scenario. Door wereldwijd alles uit de kast te trekken op het gebied van energiebeleid, ondermeer handelssystemen voor emissies, sectorakkoorden, en sterk nationaal beleid over de gehele wereld. Hiervoor zijn wereldwijd extra investeringen nodig van 9200 miljard dollar tussen 2010 en 2030, gemiddeld komt dat neer op jaarlijks 0.24% van de wereldeconomie die besteed moet worden aan klimaatbeleid. Die investeringen worden uiteindelijk wel weer terugverdiend volgens het IEA dankzij een besparing op de energierekening tussen 2010 en 2030 van circa 9000 miljard dollar.
De door de Europese politiek beoogde 2 graden grens van stijging ziet het IEA als onrealistisch. De schaal die daarvoor nodig is immens en het is onduidelijk of dat technisch wel mogelijk is omdat dit scenario uitgaat van technologieën waarvan nu nog niet eens bekend is of ze technisch wel kunnen werken. De kosten van een doelstelling op de opwarming te beperken tot 2 graden schat het IEA in op 12500 miljard dollar tussen 2010 en 2030, wat neerkomt op jaarlijks 0.55% van de wereldeconomie die wordt besteed aan klimaatbeleid. Omdat de prijs van elektriciteit in dit scenario zoveel hoger is worden de investeringen maar voor een deel terugverdiend. In totaal levert de besparing op energie 5800 miljard dollar op. Netto kost het klimaatbeleid om 450 PPM te bereiken volgens het IEA circa 6700 miljard dollar tussen 2010 en 2030.
De 2° van Kopenhagen zijn hoedanook compleet onrealistisch.
"Tenzij de kloof van 1,9 tot 4,2 gigaton wordt gedicht en de industrielanden zich engageren om voor en na 2020 sterke actie te ondernemen, zal de wereldwijde uitstoot blijven toenemen op een pad dat zal leiden tot concentraties die neerkomen op 550 parts per million of meer, met bijbehorende temperatuurstijgingen van 3 procent".
Het IPCC verwacht dat door het versterkte broeikaseffect het (land)ijs op de polen en op Groenland smelt, waardoor het zeeniveau stijgt. Een bijkomend gevolg van deze smeltende ijskappen is een afname van het albedo, het weerkaatsende effect van het ijs. Minder ijs betekent minder weerkaatsing - dus meer absorptie van zonlicht, wat een versterking van de temperatuurstijging teweegbrengt. Dat is de voornaamste reden dat de relatieve toename van de temperatuur aan de polen het hoogst is.
Als de temperatuur toeneemt, neemt ook de verdamping van warm (zee)water toe, wat mondiaal gezien leidt tot meer neerslag. Bij de polen en in hoger gelegen gebieden valt die neerslag in de vorm van sneeuw, hetgeen de krimp van de ijskappen weer afremt. Ook kan er op de ene plaats meer neerslag vallen en op de andere juist meer verdamping optreden. De temperatuurschommelingen zullen zich uiten in stijgingen en dalingen die niet noodzakelijkerwijs in één gebied plaatsvinden. Zo kan het smeltende Noordpoolijs leiden tot een lager zoutgehalte in de Noordzee. Zout water is zwaarder dan zoet water waardoor de warme Golfstroom niet meer door het Kanaal de Noordzee bereikt, wat voor West-Europa een daling van de temperatuur kan betekenen. Het precieze verloop hiervan is echter allerminst zeker en de scenario's hierover geven dan ook verschillende uitkomsten. Het KNMI verwacht geen grote effecten op de golfstroom voor 2100. Het gaat uit van een gemiddelde temperatuurstijging in 2100 tussen de 1,8 en de 4,6 °C in de winter en de 1,7 en 5,6 °C in de zomer ten opzichte van 1990.
De energiebalans van de inkomende en uitgaande straling van de aarde wordt verder bepaald door het gemiddelde percentage van het oppervlak waarboven het bewolkt is. Meer wolken zorgen voor minder ingestraalde warmte, maar ook minder uitgestraalde warmte. Dit effect van de wolken, (een andere vorm van albedo dan bij ijs), zorgt voor veel onzekerheid in het effect van extra broeikasgassen op de temperatuur: volgens sommige modellen wordt de opwarming door wolken gedempt, volgens andere juist extra versterkt.
De belangrijkste gevolgen van klimaatverandering (opwarming) zijn in laaggelegen tropische en droge tropische gebieden, en vooral in de poolgebieden nu al zichtbaar. Met name ontwikkelingslanden zijn kwetsbaar voor klimaatverandering, omdat zij minder mogelijkheden hebben voor adaptatie. In de komende 50 à 100 jaar treden de volgende verschijnselen op:
Een zeespiegelstijging tussen de 18 en 59 cm in 2100 ten opzichte van 1990 (over de vorige eeuw geschat op 1 à 2 mm per jaar, 3 mm per jaar sinds 1992).
Het aantal mensen dat getroffen wordt door overstromingen zal dan toenemen van 13 naar 94 miljoen per jaar.
Afname in landbouwproductiviteit: dit wordt verwacht in gebieden waar droogte door klimaatverandering toeneemt, zoals in het Midden-Oosten en India.
Toename van extreme weersomstandigheden en verandering van neerslagpatronen.
Verspreiding van ziekten zoals malaria. Het is in dat verband verbazingwekkend dat de zoektocht naar doeltreffende medicijnen plots in een stroomversnelling terecht lijkt te komen. Kan het zijn dat de westerse economie op termijn bedreigd wordt door b.v. malaria….. ?
Aantasting van ecosystemen: klimaatverandering gaat samen met de verschuiving van klimaatzones. De biodiversiteit op Aarde verandert: soorten die in koudere gebieden beter gedijen zullen in aantal afnemen bij opwarming en soorten die warmere klimaten prefereren zullen in aantal afnemen bij afkoeling. Biomen, specifieke geografische gebieden met karakteristieke soorten, zullen van plaats of van grootte veranderen. Sommige planten en dieren kunnen zich niet snel genoeg aanpassen, waardoor ze met uitsterven worden bedreigd.
Klimaatverandering kan op een aantal plaatsen leiden tot meer droogte, wat kan leiden tot meer bosbranden en woestijnvorming.
Zoetwatertekort: een groot gedeelte van de wereldbevolking leeft in landen waar een tekort is aan schoon drinkwater. Klimaatverandering kan het watertekort in diverse regio's, zoals het Midden-Oosten, de Sahel en Australië, groter maken; Voor andere gebieden kan er een gunstig effect optreden: in sommige klimaatscenario's wordt in Noord-Afrika een toename van neerslag voorspeld.
Vernietiging van het koraalrif, al is dit technisch gezien een rechtstreeks gevolg van de toename van CO2 en de daarmee samenhangende verzuring van het zeewater.
Eveneens door de verzuring van het zeewater wordt een verminderde van vruchtbaarheid van zee-egels verwacht.
Opwarming van de Noordelijke IJszee. Het ijs op de noordpool zal verdwijnen in de zomer, mogelijk al in 2013.
Het terugtrekken van gletsjers en het verdwijnen van skigebieden.
Afname van de ozonlaag.
Het vrijkomen van nog meer fossiele brandstofvoorraden door het wegsmelten van eerder ontoegankelijke gebieden.
Voeg daar nog de gegarandeerde politiek-sociale destabilisatie aan toe door massale volksverhuizingen, oorlogen om water en vruchtbaar-leefbaar land. Maatschappelijke ontwrichting van leefgemeenschappen door massale instroom van « milieu-vluchtelingen ».
Het toekomstbeeld van onze planeet, is na Kopenhagen nog meer dat van een planeet, waarop het niet bepaald aangenaam vertoeven zal zijn.
Intussen wachten de niet-menselijke aardbewoners onwetend hun lot af.