Onmenselijke economie
Hebt u soms het gevoel dat er iets niet klopt? Dat u hard werkt en successen nastreeft, maar dat er toch van alles knaagt en botst en te kort is? In zijn snoeiharde nieuwe essay 'Flexibel, efficiënt en gestoord' fileert hoogleraar psychologie Paul Verhaeghe (UGent) de oorzaak. 'De waan van de almaar grotere aandeelhouderswinst en the survival of the fittest rammelt en maakt ons ziek.'
Een 'rücksichtslos' streven naar maximale winst, efficiëntie en flexibiliteit is een gevaar dat mensen "op grote schaal schaadt, manipuleert en vernedert". Vandaag zijn we op de grenzen gebotst van het verhaal dat onze levens domineert. De crisis is wederom een bewijs dat de gekgedraaide motor al veel te lang over zijn toeren draait.
Het was te makkelijk om te bedenken dat we na het katholicisme en het socialisme in een vacuüm waren beland. Maar we zitten zo diep in een nieuwe ideologie dat het moeilijk is ze te zien. Het waanbeeld dat nu onze identiteit, omgang met anderen en met onszelf bepaalt, is dat van het meritocratische neoliberalisme. Dat economische systeem is 'meritocratisch' omdat het beloont naargelang je aan streefdoelen voldoet. En het is neoliberaal omdat het enkel gericht is op kortetermijnwinst voor anonieme aandeelhouders, zonder rekening te houden met het belang van de burgers of de maatschappij. Je zou denken dat burgers dat niet pikken. Maar het is moeilijk te doorprikken, want het presenteert zich als een wetenschappelijke objectieve visie op de mens, namelijk dat individuen 'van nature' overleven door de andere eronder te krijgen: the survival of the fittest. Bovendien heeft het aanvankelijk positieve effecten." Er is echter onnoemelijk veel mis met de zogenaamde eerlijke competitie en vooruitgang nastreven. Darwin ontdekte wel dat soorten die genetisch toevallig het best aan hun omgeving zijn aangepast overleven. Maar dat ging over fysieke kenmerken en over evoluties van millennia. De sociaal darwinisten hebben dat zomaar op de mens geprojecteerd binnen de tijdspanne van één mensenleven. Ze stellen dat je het beste in mensen naar boven haalt door die selectie te versnellen via een zogenaamde 'natuurlijke' Competitie. Het nazisme was daarop gebaseerd. Vandaag is dat verschoven naar het individu dat zogezegd het meest productief is als het het hardst in competitie gaat met de anderen. Alleen zo kan 'de beste' 'de top' bereiken, ten koste van anderen. "Amerikaanse bedrijven zijn dat in de jaren tachtig gaan toepassen omdat het perfect past bij het neoliberale idee om enkel te streven naar meer winst. Ondertussen is het overal in zwang. Alles wordt louter in termen van kwantiteit gemeten, per werknemer. Niet-meetbare factoren tellen niet. Iedereen wordt op basis van die beperkte kwantiteit, van cijfers, vergeleken met anderen en volgens een 'rank and yank' of 'rangschikken-en-buitengooien'-systeem.
"Bij aanvang is dergelijk systeem beter dan pakweg het systeem van de "vriendjespolitiek" omdat elk nieuw systeem de fouten van het vorige corrigeert. De besten belonen en niet meer degenen met de juiste partijkaart of connecties is in het begin zonder twijfel positief. Maar na een tiental jaar wordt ook het meritocratische neoliberalisme een karikatuur. Op den duur beantwoordt iedereen aan 'de' criteria want iedereen investeert enkel nog daarin. Het wordt dan dringen aan de top, wat dodelijk is voor sociale relaties. Collega's zijn te duchten concurrenten, de werkgever en de werknemer vertrouwen elkaar niet meer en zijn enkel bezig met: wat kan ik eruit halen ? Uiteindelijk telt de verpakking meer dan de inhoud, want iedereen is toch ongeveer even goed. Dat is ook de reden waarom er dan hr-diensten zijn die teambuilding organiseren. Ze moeten wel, want al die relaties op de werkvloer zijn totaal verzuurd. Ironisch genoeg gaat men dan op survivalweekend. Een ander effect is dat de criteria voortdurend veranderen. Aan de universiteit moest je aanvankelijk een tiental 'top'-publicaties hebben om docent te worden, nu is het een veelvoud daarvan. Mensen benen iedere keer wel bij waardoor dit een perverse productiemachine wordt met een dalend belang van inhoud en kwaliteit of loyauteit. In de laatste fase zit de top vol en dan gaat die criteria definiëren in functie van hun eigen spiegelbeeld. Wie onderaan zit raakt zo nooit meer omhoog en de zogenaamde winnaars worden bevoordeeld zodat ze aan de top kunnen blijven. Zo krijg je het omgekeerde van wat de bedoeling was: sociale mobiliteit. Dit systeem installeert onvermijdelijk zijn eigen mislukking op alle vlak... zelfs op het economische. Het is niet waar gebleken dat dit systeem ons betere en goedkopere producten en diensten biedt en dat de vrije markt zichzelf heeft weten te reguleren. Het ondenkbare in dit fabeltje is wel gebeurd. Alan Greenspan kon het niet geloven toen de beurzen crashten omdat dat niet in zijn 'geloof' paste, zei hij.
Bovendien heeft het voor een spectaculaire stijging van de sociale ongelijkheid gezorgd, met desastreuze gevolgen. In dertig jaar tijd zijn de inkomensverschillen zeer scherp gestegen en dat betekent altijd in alle klassen, meer criminaliteit, mentale stoornissen, kindersterfte, tienerzwangerschappen, slechte gezondheid enzovoort. Eén blik op de statistieken van de VS, hét land van het meritocratische neoliberalisme, illustreert dat perfect. Regeringen hebben het marktmodel opgedrongen aan de zorg. Ziekenhuizen kiezen voor wat het meest opbrengt, ten koste van patiënten. Die zijn enkel nog het middel. Een voorbeeld: psychiatrische bedden worden dan vervangen door cardiobedden omdat dat drie keer zoveel opbrengt. Ook in ziekenhuizen verzieken 4 symptomen van het neoliberale management de boel :
voortdurende veranderingen, permanente controle van de werknemers, niet van die veranderingen, steeds minder aandacht voor de kern van het werk en ontmoedigende contradicties waarbij men bijvoorbeeld de hele tijd zegt te moeten besparen en iedereen ziet hoe massaal geld gaat naar irrelevante zaken. Ook het onderwijs lijdt aan dezelfde ziekte. Daar luidt het dictaat dat 'leerlingen hun competenties moeten kapitaliseren' en dat ze 'bedrijfsklaar' uit de onderwijsfabriek moeten rollen. Kleuters moeten leerdoelen halen. Ouders van kleuters krijgen vandaag de dag te horen dat hun kind de 'norm' niet haalt voor knipvaardigheid. Leerlingen moeten 'ondernemer zijn van zichzelf' en zichzelf 'verkopen'. Kennis moet een economische waarde hebben. Een aantal prominenten stelde eind vorig jaar zelfs voor het inschrijvingsgeld te verhogen voor alle opleidingen die niet aansluiten bij het bedrijfsleven. Het gruwelijke einde van onderwijs op niveau en op een menselijke manier. De competitieve kenniseconomie blijkt complete onzin. Het onderwijsniveau is de laatste jaren enorm gedaald. Op papier; volgens de 'metingen' misschien niet, maar er is een enorm verschil tussen al die metingen en rankings en de realiteit. In Nederland hebben ze eind jaren negentig een nieuw systeem ingevoerd dat alles mat en dat de nadruk legde op meetbare prestaties. De statistieken gaven altijd maar aan dat alles geweldig ging. Tot er een onafhankelijke commissie steekproeven deed. De resultaten waren verbijsterend slecht. Het niveau was sterk achteruit gegaan.Dat hadden de leerkrachten ook altijd aangegeven maar ze werden niet geloofd omdat de 'metingen' iets anders zeiden. Eerstejaars aan de universiteit hebben een lager niveau op vlak van taal en wiskunde dan 15 jaar geleden. Bovendien heb je in ongeveer elk beroep minder kennis nodig dan vroeger. De computer neemt veel over en de echte praktijk leer je op de werkvloer We hebben net de ruimte om jongeren een brede vorming te geven en te leren kritisch nadenken. In de plaats daarvan worden ze via het onderwijs gekneed naar een bepaald persoonlijkheidsprofiel. Het resultaat is een inhalige, materialistisch en egocentrisch jeugd dat niet eens beseft dat zee verworden zijn tot gemanipuleerd koop- en productievee. Het gebruik van antidepressiva stijgt explosief. Hoe ver zullen we het drijven ? De oorzaken liggen bij de organisatie van werk, onderwijs en het gezin. Het gaat niet om 'falende' individuen die nergens tegen kunnen. Sommigen willen ons doen geloven dat wie eronderdoor gaat dat aan zichzelf heeft te wijten, dat mensen te 'soft' zijn geworden, dat het aan die persoon ligt. Helaas is de realiteit dat al wie struikelt in deze gestoorde race ziek wordt omdat een mens hiervoor gewoonweg niet is gemaakt. Het is niet hard werken wat mensen ziek maakt, maar de vernieling van het intermenselijke vertrouwen, het hypercompetitieve, paranoïde en individualistische. Iedereen is een tegenstrever, je bent je eigen manager; je vrouw is iemand in wie je moet investeren enzovoort. Dit dominante verhaal dicteert ons dat je moreel goed bent als je succes nastreeft en hebzuchtig bent en 'slecht' als je dat niet doet.
Het wrede is dat succes en materieel gewin ook de criteria geworden zijn waaraan wij onszelf afwegen. Elke mislukking op dat vlak is een persoonlijk falen waar je je schuldig over moet voelen, waardoor mensen een permanente vernedering voelen.
Als dat dan mis loopt en je past niet in het plaatje dan ben je al snel een 'loser' of 'gestoord' en krijg je een psychiatrisch label opgespeld en een voorschriftje voor medicijnen tegen angst en depressie. Voor vrouwen is het nog erger want die moeten ook nog het perfecte lichaam hebben en de perfecte moeder zijn. Voor kinderen is dit dramatisch. Zij zijn pas interessant als consumenten en van van zodra ze in het productiesysteem meedraaien. Elders mijden we ze en moeten de grootouders ervoor zorgen dat de combinatie van carrière en kinderen nog net mogelijk is... alles moet buigen voor de eigen ik, de grenzeloze inhaligheid van het eigen succes. De beste kinderen, het grootste huis, de hipste familie, de meest exotische reizen, de indrukwekkendste carrière. Lang leve de superlatieven. De brandstof wordt ons dagelijks via stompzinnige media (kranten en hun weekend magazines vol flauwekul, tv, radio..) in de strot gestampt. Maar...we leven wel steeds langer.
Deze dooddoener laat ons uitmonden bij een veel belangrijkere vraag : "Hoe leiden we dat leven" ? Trouwens, wetenschappelijke resultaten van stressonderzoek op basis van het cortisolniveau, een stresshormoon, wijzen uit dat de generatie die nu in de mallemolen leeft en werkt een bijna permanent ongezonde stressniveaus kent. De vraag werpt zich op of die wel zo gezond en lang zal leven als de "golden sixties-generatie". We zijn als peuters geworden. In de relaties met anderen, zeker op de werkvloer, wordt infantilisering uitgelokt. Net zoals bij peuters krijgen mensen geen autonomie en geen vertrouwen meer en moeten ze concurreren met de anderen om aandacht van de grote onzichtbare verantwoordelijke. In de band met onszelf is er een bepaalde vorm van zelfvernieling ontstaan. In dit systeem is er eerst een gevoel van machteloosheid. Je gaat op den duur het waanidee geloven dat het jouw schuld is als je 'het' niet maakt. Dat leidt tot kwaadheid maar tegen wie moet je die moet richten ? Dan krijg je niet zelden een bepaalde vorm van zelfvernieling als daad van wanhoop. Tijdens de rellen in de Franse banlieues zag je dat zeer goed: daar waren zeer veel hoogopgeleiden bij die omdat ze de verkeerde naam hebben niet aan werk raken. Zij vernielden hun eigen leefomgeving. Het bleek helemaal niet te kloppen dat ze zichzelf met hard studeren, werken en inzet van een beter leven konden voorzien. Intussen grijpt het cynisme van de commercie ook hier zijn kans via antistresscursussen, stress-experts, yoga-cusussen en coachings allerhande. Al deze flauwekul is nutteloos. Het is als een vrouw die mishandeld wordt door haar man één keer per week opkrikken met een praatje en een pil zodat ze er weer tegen kan.
Nee, wie kan moet samen met collega's proberen het systeem te veranderen. Op de Gentse universiteit b.b. is dat gelukt. Het nieuwe personeelsbeleid heeft komaf gemaakt met de moordende concurrentie tussen docenten. Iedereen moet zijn eigen doelstellingen halen zonder de anderen te moeten kloppen. Maar je mag niet bang zijn en vooral: je moet samenwerken. Dat is het moeilijkste. Je krijgt mensen niet meer samen want het systeem houdt zichzelf in stand door mensen te isoleren en uiteen te drijven. Het belangrijkste wat je zelf kunt doen is je ervan bewust worden dat het sociaal darwinisme geen weergave van de werkelijkheid is, maar een opgelegde constructie die onze realiteit bepaalt. Als we dat beseffen zijn we klaar voor een belangrijke vraag: 'Wat is echt goed voor mij en de mensen die ik graag zie?' Daarop antwoorden we nu vaak enkel in termen van producten: twee keer per jaar vakantie, eigen huis, citytrips, dure auto, de nieuwste elektronica. Maar op de vraag: 'Wat doet mij deugd?' kunnen we nauwelijks nog antwoorden. Ook moeten we beseffen dat er altijd een tekort zal zijn en dat dat precies de basis van onze creativiteit is. Het waanidee van vandaag beweert het tegendeel, maar dat klopt niet. Een streefdoel zou het sociaaldemocratische model in Scandinavië moeten zijn. Dit systeem kan veel betere resultaten voorleggen, terwijl het meritocratische neoliberale ginder nooit de overhand gekregen heeft. Maar bij ons staan nota bene onze bedrijfsleiders hier nu al zeer sterk voor open. Ze denken beter na over de zaak dan de huidige politici en zeggen: 'Het is gedaan met de groei, dat is achterhaald. We moeten nu zien hoe we op de beste manier de meubelen redden.' Het werkt absoluut om mensen vertrouwen te geven en in hen te investeren. Volgens studies is dat zelfs goedkoper en efficiënter en in de VS zijn enkele belangrijke bedrijven dan ook al van koers gewijzigd. Niet omdat ze zo menslievend zijn, maar omdat ze merken dat het 'rank and yank'-systeem niet de beste resultaten oplevert. Het kan anders. Mensen vertrouwen geven op hun niveau zorgt voor een betere werkomgeving, hogere creativiteit en productie. Iedereen zal hier op den duur wel iets mee doen. Dit gaat keren. Maar er is zeer veel collateral damage. Echter... het einddoel blijft hetzelfde : betere resultaten en productie ! Het teveel aan mensen dood de creativiteit, net als het gevoel van eigenwaarde bij een teveel aan competitie.
naar Prf. Paul Verhaeghe / DM B. De Busschere 17.03.12