Overbevolking is taboe


Peter Tom Jones (Onderzoeksmanager Industriële Ecologie KU Leuven) en Vicky De Meyere (politicologe) publiceerden in de Morgen van 12/11/09 volgend artikel :

De klimaatonderhandelingen van afgelopen week in Barcelona zijn 'mislukt' en hebben 'het pessimisme verder gevoed'. Met minder dan een maand te gaan voor de 'beslissende' VN-klimaattop in Kopenhagen, smelt de hoop op een wettelijk bindend internationaal klimaatakkoord. De zojuist mislukte onderhandelingsronde in Barcelona heeft het pessimisme verder gevoed. De hooggespannen verwachtingen worden door de groten der aarde teruggeschroefd. Zij willen immers geen gezichtsverlies lijden als het flink zou mislopen in de Deense hoofdstad.

Insiders beweren nu dat het best mogelijke resultaat een politiek akkoord zou zijn waarin men het eens wordt over enkele belangrijke principes (daling uitstoot, financiering aanpassing en technologieoverdracht, beperking ontbossing) zonder de harde cijfers in te vullen. Die hete hangijzers worden dan doorgeschoven naar een nieuwe conferentie. Reductie broeikasgasZo'n vertraging kunnen we echter missen als kiespijn. De nog beschikbare tijd om het rampscenario - een opwarming van meer dan 2°C - af te wenden, ebt immers onherroepelijk weg. Om die 2°C te voorkomen, moet immers de mondiale broeikasgasuitstoot ten laatste vanaf 2015 beginnen te dalen. Voor westerse landen betreft het een reductie van 25 à 40% tegen 2020 en 80 à 95% tegen 2050 (t.o.v. 1990). Helaas schieten de voorgestelde reducties van de westerse landen, zoals verwacht, schromelijk tekort. Gemiddeld beloven de rijke landen voor 2020 slechts een daling van 16 à 23% ten opzichte van 1990. De nog niet-aangenomen klimaatwet in de VS houdt het bij een daling van amper 7% ten opzichte van 1990. Zelfs de Europese doelstelling (20% tegen 2020, 30% indien een mondiaal akkoord wordt bereikt) is onvoldoende, aangezien een aanzienlijk deel van die reductie via flexibele mechanismen buiten Europa zou worden gerealiseerd. De weigering van de westerse landen om eerst thuis orde op zaken te stellen, heeft ertoe geleid dat de 'ontwikkelingslanden' zelf geen absolute reducties wensen te aanvaarden. Aangezien een groot deel van de mensen in deze landen zelfs nog niet over elementaire basisvoorzieningen beschikt, is dit argument begrijpelijk.

Ook op het vlak van de financiering van aanpassingsmaatregelen en technologieoverdracht overtuigt het Westen niet. Het op de recente Europese top aangekondigde fonds van 50 miljard euro publieke middelen is volstrekt onvoldoende om de verwachte klimaatschade te dekken. In deze catch 22-situatie is niemand bereid de eerste ambitieuze stap te zetten die de andere partij moet overhalen om zelf ook van houding te veranderen. Zoals Rachendra Pachauri, voorzitter van het VN-klimaatpanel, aangaf, wordt de wetenschap opzij geschoven voor het najagen van uiterst kortzichtige, economische eigenbelangen. Sinds de analyses van datzelfde VN-klimaatpanel en Sir Nicholas Stern weten we evenwel dat de prijs van niet-handelen op langere termijn veel groter is dan de kostprijs van zelfs een stringent klimaatbeleid. Bij ongewijzigd beleid is iedereen slechter af, hoewel niet in gelijke mate. In zijn World Development Report 2010 schat de Wereldbank dat de ontwikkelingslanden ongeveer 75 à 80% van de verwachte klimaatschade zullen ondervinden. De armste landen krijgen de zwaarste klappen. Toch zullen ook de rijkere landen zwaar getroffen worden.

Rationeel gezien heeft elk land ter wereld er baat bij om deel te nemen aan een stringent mondiaal klimaatbeleid, rekening houdend met het VN-principe van "gedeelde maar verschillende verantwoordelijkheden en mogelijkheden". De hamvraagDe hamvraag is nu hoe deze onderhandelingsimpasse alsnog kan worden doorbroken. We kunnen uiteraard hopen op een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden in Kopenhagen waardoor geheel onverwacht een positieve spiraal ontstaat. Het zou immers heel cynisch zijn indien VS-President Barack Obama op 10 december zijn Nobelprijs voor Vrede ontvangt in Oslo, terwijl even verderop in Kopenhagen 'zijn' delegatie een klimaatakkoord zou torpederen. Insiders verwachten dat Obama een meesterzet plant om minimaal de opening te forceren naar een politiek akkoord met uitzicht op een wettelijk bindend akkoord. Dit zou dan een akkoord zijn waarin ook groeilanden als China en India ambitieuze doelstellingen aanvaarden.

Er is ook een bijkomend argument voor Obama om, ondanks een beperkt draagvlak in eigen land, toch leiderschap te tonen in Kopenhagen. Een stringent klimaatbeleid brengt namelijk ook tal van secundaire voordelen met zich mee, los van de - mondiaal voelbare, maar trage - klimaatstabilisatie. Dit aspect is tot op heden veel te weinig belicht geweest, zelfs door het VN-klimaatpanel of toonaangevende economen als Sir Nicholas Stern. Radicale veranderingen inzake transport, (hernieuwbare) elektriciteitsproductie, duurzame voeding en behuizing scheppen immers veel mogelijkheden. Een recent rapport van het Europees Vakverbond heeft aangetoond dat een proactief klimaatbeleid een netto positief effect zou hebben op de werkgelegenheid in vergelijking met ongewijzigd beleid. Andere evidente kansen doen zich voor op het vlak van toegenomen energieonafhankelijkheid en leefbare steden (met schonere luchtkwaliteit, lagere gezondheidskosten en meer verkeersveiligheid). De beperkte studies die hierover bestaan, suggereren zelfs dat deze meervoudige voordelen financieel zwaarder kunnen wegen dan de kostprijs van het klimaatbeleid zelf. Vooral de synergieën tussen klimaat- en gezondheidsbeleid zouden veel sterker benadrukt moeten worden. Dat is recent ook nog gebleken uit een studie van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving. Het benadrukken van de secundaire voordelen is dé manier om de angst voor vrijbuitersgedrag te overstijgen. Landen die weinig klimaatinspanningen leveren lopen immers de secundaire voordelen mis van een klimaatbeleid. Omdat de diverse 'secundaire voordelen' relatief snel en lokaal voelbaar zijn, is een stringent klimaatbeleid een economisch rationele keuze. Laat dat nu net een argument zijn om de catastrofale opwarming van de aarde alsnog af te wenden en de transitie naar een duurzame wereldorde op gang te trekken.

Mijn conclusie betreffende dit artikel is dat men er voor de ontelbaarste keer in slaagt om het taboe der taboes te omzeilen : het teveel aan mensen die teveel consumeren in veel te korte tijd. Maar zoals we al langer weten heeft Peter Tom Jones eindeloos veel wijsheid te koop behalve als het om het bevolkingsvraagstuk gaat. Keer op keer verslikt hij zich, net als een groot deel van zijn collega-wetenschappers, in deze delicate kwestie.  Zou het kunnen dat men hier te maken heeft met een vorm van zelfbescherming, met een ultieme vorm van geloof in het bijna irrationele "laatste sprankeltje" ?  In de volksmond komt men al snel terecht bij de ongenuanceerde conclusie dat er "naast de kwestie wordt geluld".  Ik kijk halsreikend uit naar het eerste, goed onderbouwde transistiemodel van Jones, waarbij rekening wordt gehouden met de factor bevolkingsexplosie.  

Populaire posts van deze blog

De Neoliberale Meritocratie

Misantroop