Vrijheid en brood

In 1972 werd door de zogenaamde Club van Rome een rapport voorgesteld, welke de draagkracht van onze planeet Aarde onderzocht op het gebied van consumptie en productie. Het besluit was dat er grenzen zijn aan de groei. Die eindigheid werd voelbaar door de eerste oliecrisis in 1974. Vijf jaar later leerde de wereld de term 'broeikaseffect' kennen tijdens de eerste World Climate Conference. In 1987 wees de V.N. voor het eerst op de nood aan een wereldwijde 'duurzame' ontwikkeling' via het 'Our Common Future'-rapport. In 1988 hield men het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) boven de doopvont. De politieke wereldleiding werd zich van bepaalde, zeer urgente problemen bewust, maar de ononderbroken expansiedrang, gestuwd door de klassieke kapitalistische economie in combinatie met "alles oplossende technologie en wetenschap", bleef hardnekkig doorwoekeren. Kenmerkend voor de actuele, zogenaamd razendsnel evoluerende technologie en wetenschap, is een stilstand die sinds de invoering van olie niet meer is bijgestuurd. Inderdaad, de allerlaatste grote menselijke ontdekking was olie, waarvan de modernste hedendaagse technologieën, stuk voor stuk afgeleiden zijn. Denk b.v. aan de complete telefonie of computerindustrie. Ons complete moderne productie/consumptiemodel is volledig gebaseerd op grondstoffen met eindig karakter, welke we in steeds sneller tempo opgebruiken; allerlei grondstoffen, energiebronnen, zoetwater, vruchtbare grond...
Bovendien produceren we steeds groter wordende hoeveelheden afval in de vorm van gassen of b.v. vaste (vaak anorganische, onafbreekbare) stoffen welke we in gigantische hoeveelheden lozen, dumpen uitstoten in water, bodem, lucht. Onvermijdelijk stevenen we af op een "point of no return", het punt waarbij de toegebrachte schade onomkeerbaar wordt. Het bekendste aspect van de schadelijke menselijke invloed is de wijziging van de atmosferische gassen door veelvuldige onnatuurlijk hoge CO2-uitstoot. De hierdoor aangewakkerde klimaatwijziging manifesteert zich steeds rampzaliger en regelmatiger en dit op een manier die menig wetenschapper pakweg 10 jaar terug niet eens als realistisch beschouwde. Al even onheilspellend is het universeel geworden pollutieprobleem. Alles wat onze steeds maar groeiende kapitalistische model aan afval produceert, leidt vroeg of laat tot de uitroeiing van fauna en flora. Het leidt geen twijfel dat steeds grotere schade, welke wordt toegebracht aan het fragiele ecosysteem Aarde, ooit leidt tot de totale ineenstorting ervan. De overheersende schreeuw naar actie omtrent de extreme CO2-concentraties in de atmosfeer, geeft een al te vaak vertekend beeld van de ernst van de zieke biosfeer. Zelfs al kregen de klimaatsceptici op termijn gelijk, dan nog zou dit niks veranderen aan een compleet ontwrichte biosfeer door verzuring der oceanen, ineenstortende biodiversiteit, eindigheid der fossiele brandstoffen, decimering van de aardse wouden, bevolkingsexplosie, vergedreven 'verbetonering' van de leefbare oppervlakte etc. De combinatie van wetenschap, technologie en kapitalistische economie, heeft sinds pakweg 1950 gezorgd voor een hallucinante explosie van de wereldbevolking. Bovendien is dit gegeven helaas ook nog eens aangewakkerd door een massale groei aan totaal nieuwe consumptiegoederen en een negatieve mentaliteitswijziging, waarbij de nood aan allerlei nutteloze zooi gekoppeld wordt aan geluk en status. Steeds jonger zijn menselijke wezens geïndoctrineerd tot consumenten, waarbij eeuwenoude culturele waarden, binnen een hallucinant korte termijn, verworden tot verre herinneringen. Het systeem zorgt intussen voor een onophoudelijke nood aan goederen via doorgedreven stimulatie van potentiële verbruikers. Bovendien wordt de paradijselijke levenswijze vol consumptie door quasi de complete wereld aanzien als het ultieme streefdoel. Door de steeds verder aangroeiende multimedia en internetcommunicatie, raakt de westerse consumptiemaatschappij sneller dan ooit op plaatsen waar het amper 10 jaar terug nooit geraakte. Het kinderlijke beeld, dat door minderbegoede culturen wordt gevormd, over de geldmaatschappij, is veelal onrealistisch en onderontwikkeld. Dit leidt bij de "armeren" dan ook tot een explosieve nood aan nivellering. Binnen zo snel mogelijke tijd wil men op hetzelfde "welvaart"-niveau door het leven gaan en volop meedraaien in het consumptiebestaan. De zogenaamde "revoluties" die we momenteel meemaken in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, vinden hierin hun oorsprong en dynamiek.
Stuk voor stuk worden zogenaamde dictators door "revolutie" van de macht verdreven. Zou men de achterliggende gedachte, het uiteindelijke doel van deze revoluties nagaan, dan komt men zonder enige twijfel uit bij de vertaling van platvloerse drang naar hebberigheid (lees het nastreven van de Westerse consumptiemaatschappij) door holle termen als "vrijheid", "vrede" en een betere toekomst. Bovendien leidt hetgeen twijfel dat de razendsnelle opeenvolging der opstanden een rechtstreeks gevolg zijn van de klimaatswijziging.  Deze heeft dit jaar een ongeziene schade toegebracht aan allerlei oogsten door een schijnbaar eindeloze reeks natuurrampen.  De gevolgen laten zich nu voelen in de vorm van historisch hoge voedsel- en andere grondstofprijzen.  Er heersen nooit gezien voedseltekorten en laat dat nu net datgene zijn wat een bewind kan missen als kiespijn.  Een hongerende bevolking zal altijd morren.  Als de honger te groot wordt spat de etterbuil.  De Chinese en Indische maatschappij worden in hun razendsnelle evolutie al evenzeer gestuwd door een dwingende drang naar verwestering en het verkauwen van eeuwenoude culturele tradities tot grauwe eenheidskoek. Echter, ook hier botst men vroeg of laat op de grenzen van de aanvoercapacitiet om de productie op peil te houden.  De expansie van productiemiddelen om de onstuitbare consumptieverslaving te blijven bevredigen, en het onophoudelijk aanwakkeren van de consumptiebehoefte, vertoont vandaag een dynamiek die in de rijke landen al moeilijk in te tomen valt. Wanneer de armen, minstens op ethische gronden, op een enigszins vergelijkbaar niveau moeten komen, (b.v. minstens vijfmaal hun actuele ecologische voetafdruk per persoon), dan betekent dat voor een wereldbevolking van ongeveer 9 miljard mensen in 2040, een catastrofale toename van consumptie, productie en alle milieuproblemen in het spoor ervan. De gedachte dat de biosfeer dit, alleen door verbetering van de technologie aankan, getuigt van een verregaande irrationaliteit. Ons wereldsysteem kan het instorten ervan slechts uitstellen door af te stappen van het gelijkwaardigheidbeginsel tegenover de armeren. Het stopzetten van de bevolkingsexplosie en het bijsturen van de veel te grote westerse voetafdruk zijn twee onontkoombare basisfactoren van een oplossing welke helaas niet haalbaar is. Deze evidentie is vooralsnog onbespreekbaar en zal qua evolutie als denkpatroon nooit de snelheid van verwoesting van de biosfeer bij kunnen halen. De natuur zorgt er steeds op één of andere manier voor, dat zijn evenwicht wordt bijgestuurd. Bij de mens is balans ingebouwd in de vorm van intelligentie. Hierdoor is het menselijke wezen voorzien van een vermogen, dat de balans van de natuur garandeert. Helaas roept de term 'menselijke intelligentie' bij de meerderheid der menselijke wezens een totaal ander denkpatroon op. Redelijkheid is nooit de beste menselijke gave geweest.

Populaire posts van deze blog

De Neoliberale Meritocratie

Misantroop